Als een geoliede machine

Hoewel ze al jaren samenwerken en vaak contact hebben, hebben ze elkaar vóór het interview nog nooit gezien. Zij werkt namelijk op het Strukton Control Center (SCC) als storingscoördinator, hij werkt buiten, als hoofdmonteur Seinwezen. “Wat leuk Hendry, dat ik nu ook een gezicht heb bij de stem”, zegt Marijke. Het interview is via Teams, dus live contact is er nog altijd niet, maar dat gaat veranderen, als het aan Marijke ligt. “Als het straks allemaal weer kan, wil ik graag een keer mee met jullie, dan heb ik een beter beeld bij wat jullie doen.” Goed idee, vindt Hendry.

Wie, wat en waar

Hij begon in 1984 bij Strukton en herinnert zich nog de tijd van de semafoons. “Je kreeg een melding met een cijfer erbij: 1 tot en met 5. Bij een 1 was er haast bij, dan moest je zo snel mogelijk een telefoon opzoeken en terugbellen. Bij een 5 was er minder haast. Dan kon je in de loop van de dag weleens terugbellen.”
Marijke werkt nu drie jaar bij Strukton en weet alleen hoe het nu gaat. Er komt een storing binnen in het systeem van het SCC, dat direct aan dat van ProRail is gekoppeld. Ook storingen aan tramlijnen, industriesporen en tunneltechnische installaties springen direct bij het SCC in beeld. “Dan bel ik of een van mijn collega’s met de monteur die dienst heeft in het PGO-gebied waar de storing zit. Ook zetten we de melding door in het systeem dat zij op hun telefoon hebben. Zo weten ze waar de storing is, wat er al over bekend is en wat de reistijd is.”

Veilig werken

De monteur buiten neemt vervolgens contact op met de treindienstleider. “In overleg met hem of haar gaat het spoor buiten dienst”, vertelt Hendry. “Wij zetten buiten een kortsluitlans in het spoor. Dat is een gereedschap dat kortsluiting maakt, waardoor het lijkt alsof een bepaald stuk spoor, een sectie, bezet is door een trein. De seinen springen op rood, zodat er geen treinen ons werkgebied binnen kunnen rijden. Zo kunnen we veilig werken.”
Ook bij die handeling krijgen de mensen buiten ondersteuning van het SCC. Hendry: “Voor het buiten dienst nemen van het spoor zijn allerlei afspraken, protocollen en instructies. Wij krijgen daarvoor de formulieren van het SCC. Dat is heel prettig, want je hoeft het alleen maar op te volgen: als ik daar en daar mijn kortsluitlans plaats, weet ik dat het goed zit en dat ik veilig werk.”

Gericht kijken

Eenmaal op locatie gaat Hendry aan de slag. Dat betekent meestal niet: beginnen bij het begin en zoeken naar het probleem. Vaak is er namelijk al veel bekend, bijvoorbeeld over eerdere storingen op die plek, over wat collega’s al hebben gedaan en – als het om een wissel gaat – of POSS afwijkingen heeft geregistreerd. POSS is Struktons monitoringssysteem voor onder andere wissels en slaat alarm als een wissel niet werkt zoals het hoort. Marijke: “POSS ziet het bijvoorbeeld als de omloop van een wissel langer duurt dan gebruikelijk. En POSS detecteert ook waar het probleem zit, bijvoorbeeld bij een steller, een tong of een puntstuk.” Hendry: “Wij krijgen al die informatie, zodat we gerichter kunnen kijken. Daardoor kun je een storing vaak sneller oplossen, dat scheelt tijd en geld.”

Overlast en een boete

En POSS voorkomt storingen, want het systeem geeft al een seintje als een wissel niet góéd werkt, maar nog wel wérkt. Hendry: “Dan horen we dat van Marijke of een van de andere collega’s en kunnen we er ’s nachts naar kijken.”
En zo zijn er meer technieken die het SCC inzet om storingen te voorkomen. Sensoren op hekken langs het spoor bijvoorbeeld. Marijke: “Als een hek openstaat, krijgen we een seintje. Dat is natuurlijk geen directe storing, maar als er mensen door dat hek gaan en langs het spoor lopen, kunnen er geen treinen rijden. Dat leidt tot onnodige overlast voor reizigers. En als het verwijtbaar is, moet Strukton een boete betalen.”

Winst

Hendry kan de samenwerking met het SCC goed vergelijken met hoe ‘binnen’ en ‘buiten’ in het verleden samenwerkten. “Door de manier waarop het nu geregeld is, is de onderlinge communicatie veel beter. De lijnen zijn kort, het is veel directer. Daardoor gaat storingen oplossen ook veel sneller. Ik word gebeld, krijg daarna via mijn telefoon alle informatie binnen en ik kan onderweg naar een storing alles opvragen en opzoeken wat ik nodig heb. Als mijn collega en ik dan eenmaal ter plaatse zijn, weten we alles al. Dat is winst.” Hoewel Hendry alle informatie ook weleens laat voor wat die is. “Als een collega twintig punten in een spoorsectie meet en hij maakt daarbij een foutje, dan kloppen alle stappen daarna ook niet. Als ik zijn gegevens gebruik, zou ik dezelfde fouten maken. Dus soms besluit ik om alles van vooraf aan te doen. Maar dat is wel een beslissing op basis van wat ik al weet dankzij het SCC, bijvoorbeeld als een sectie steeds in storing gaat. Zonder die kennis zou ik bij elke storing bij het begin moeten beginnen.”