Uren: 24-32 Uur | Werkgebied: Gelderland
Vacature
“Werken in het buitenland is altijd een belevenis”, vindt Wout Mertens, geomatics engineer. Hij is samen met zijn directe Vlaamse collega betrokken bij een volledige spoorvernieuwing (enkelspoor) bij Värnamo, gelegen in het zuidelijke deel van Zweden.
Aan het werk is een internationaal gezelschap. De ballastcleaner (kettinghor) en het personeel komt vanuit Strukton Rail Nederland, de geomatic-afdeling komt uit België en de uitvoering van het project gebeurt in samenwerking met Zweedse collega’s. Wout: “Voor het efficiënt inzetten van de machine en om de buitendienststellingperiode van het spoor te beperken, werken we in twee ploegen, 24 uur per dag. Het gehele vernieuwingsproject duurt vijf weken, ons werk is er maar een klein deel van en omvat twee weken.”
Wout is eigenlijk landmeter (in Nederland heet dat maatvoerder). “Wij doen de sturing van de machine. Met het meetsysteem dat we hebben opgebouwd, kan het personeel op de machine op elk moment zien hoe diep ze moeten graven om de ballast te zuiveren. Wij controleren ook of de GPS-sturing correct is. Op een GPS-meting kan altijd een kleine afwijking zitten. Wij kijken of we dat met onze eigen plaatsbepaling kunnen bijsturen. Omdat we werken op een spoorlijn zonder bovenleiding kunnen we niet de bovenleidingpalen benutten voor referentiepunten. Daarom maken we gebruik van betonnen blokjes die naast het spoor worden geplaatst en waar we op de millimeter nauwkeurig de coördinaten van weten. Want het komt allemaal heel precies. Onder de dwarsliggers moet een ballastbed komen van 30 cm diepte. Als je over een lengte van 13 km twee centimeter teveel uitgraaft, is dat enorm veel extra grond en extra werk wat niet had hoeven te gebeuren.”
“Om te mogen werken in Zweden moesten we eerst de juiste papieren ophalen in Malmö”, zegt Wout. “Het ID 06-document is een pasje dat enerzijds bedoeld is om zwartwerken tegen te gaan, anderzijds wordt het gebruikt voor de veiligheid. Je moet jezelf inscannen via een QR-code. Inchecken is verplicht, want er kan een controle zijn. Met zo’n pasje is constant bekend wie er allemaal op een werf aanwezig zijn. Dat is ook handig in het geval van een calamiteit.
Er zijn meer verschillen. “In Nederland heb je overal een mooi dienstpad naast het spoor. Hier in Zweden is dat niet zo. Het kan zijn dat het talud rechtstreeks naar beneden gaat. Of dat minder veilig is? Op zich is er wel meer valgevaar, maar omdat het hele gebied zo is, let je wel meer op. Je bent alerter. Het grootste gevaar sluipt erin wanneer het werk een gewoonte begint te worden en je je niet meer bewust bent van de risico’s. Zolang je goed oplet, is alles veilig. Dat geldt ook voor lopen over het spoor. Er liggen hier nog houten dwarsliggers. ’s Nachts kan het heel helder zijn en liggen de temperaturen nu al (medio september) rond het vriespunt. De dwarsliggers zijn dan verraderlijk glad waardoor je lelijk kunt uitglijden. Overigens is het overdag in oktober nog heerlijk 23 graden.”
En de mooie natuur in Zweden, de bossen en meren, geniet je daar nog van? “Je moet het niet romantiseren. Het is vooral veel werken en slapen, meestal doe je daarnaast niet zoveel; het is geen verlof. Maar als we ’s ochtends naar het werk rijden, kijken we zeker rond. We zien geregeld herten lopen en volgens mij heb ik ook een keer een eland gezien in de verte. De schofthoogte van het dier was even hoog als mijn Ford Transit, dus een hertje was het zeker niet.”